Al een tijd loop ik met het idee rond eens een goede blogpost over Stilte en het belang ervan te schrijven. Immers - wat ik je met Watsu in de essentie aanbied - is precies dat: een reis naar de diepste stilte binnenin. Your inner silence. Echter, omdat ik naast het opbouwen van mijn Watsu praktijk en mijn verantwoordelijkheden als moeder, liefdespartner en zo nog een paar rollen, niet altijd de tijd en aandacht kan opbrengen om een tekst goed op digitaal papier te krijgen - ben ik heel blij wanneer zo'n tekst mij toevallig vindt. Het reeds geschreven is door een ander. Ik schroom me er dan ook niet voor om het hier te delen. Uiteraard met de juiste bronvermelding. In onderstaande tekst heb ik in bold italic gemarkeerd welke informatie ik in het licht van mijn eigen diensten bijzonder waardevol acht.
Bron: Psychologie Magazine HSP Special 2023 Tekst: Reinoud de Jongh (wetenschapsjournalist, docent, auteur)
De hele dag door doen geluiden een aanslag op ons brein en zelfs op onze gezondheid. Gelukkig kan stilte ons helpen herstellen – al kan het soms ook té stil zijn.
In 2006 deden de Italiaanse arts Luciano Bernardi en zijn collega’s stomtoevallig een ontdekking. Ze waren nieuwsgierig naar hoe het lichaam – en dan vooral onze hartslag en ademhaling – reageert op verschillende typen muziek. Daarvoor lieten ze proefpersonen eerst twintig minuten liggend ontspannen met hun ogen dicht, om in de vijf minuten erna hun hartslag, bloeddruk en ademhaling op te meten. Vervolgens luisterden de proefpersonen naar muziek: van meditatieve sitarmuziek en Beethoven tot de Red Hot Chili Peppers en techno. Hoe sneller de muziek, hoe sterker hun hartslag en bloeddruk omhoogschoten en hun ademhaling versnelde. In het effect van stilte was Bernardi helemaal niet geïnteresseerd, maar als de muziek twee minuten uitging, zag hij tot zijn verbazing het omgekeerde effect: de hartslag en bloeddruk daalden en de ademhaling kwam tot rust. Die ontspanning was na snelle muziek groter dan na rustige en was zelfs dieper dan na de twintig minuten rust. Stilte na opwinding geeft blijkbaar een intense ontspanning.
Muziek, zelfs rustige muziek, activeert ons sympathische zenuwstelsel, het systeem dat ons klaarstoomt voor actie. Stilte doet het omgekeerde, wijst een studie door de Rijksuniversiteit Groningen uit. In stilte slaat het parasympathische zenuwstelsel aan, het systeem dat ons lichaam tot rust brengt en in de verzorgstand zet, aldus de onderzoekers. Ons immuunsysteem wordt actiever en alles wat herstel bevordert, wordt geactiveerd.
Zoals rest and digest, rusten en verteren: de ademhaling en hartslag komen tot rust, ons bloed gaat naar onze organen in plaats van naar de spieren en de spijsvertering komt op gang.
Dat te weinig hersteltijd na geluid ongezond is, blijkt wel uit de cijfers: geschat wordt dat jaarlijks 12.000 mensen in Europa vroegtijdig overlijden door geluidshinder. In 2018 bracht de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) nieuwe geluidsrichtlijnen uit, waarbij geluidshinder in verband werd gebracht met irritaties, stress, slaapproblemen en hart- en vaatziekten.WHO-adjunct-directeur Zsuzsanna Jakab noemde omgevingslawaai ‘een onderschat risico voor de volksgezondheid’.
Filteren kost energie
De hoeveelheid geluid waaraan we worden blootgesteld laat ook onze psyche niet onberoerd. In een studie onder omwonenden van zes grote Europese luchthavens bleek bijvoorbeeld dat een toename in geluid van 10 decibel al leidt tot een toegenomen gebruik van angstremmende medicatie. En een Duits onderzoek uit 2015 liet zien dat wonen in een buurt met veel autoverkeer de kans op depressiesymptomen met 25 procent vergroot.
In ons dagelijks leven en zeker in de stad worden we gebombardeerd met geluidsprikkels, sommige relevant, maar veel ook irrelevant. Die doen allemaal een aanslag op ons brein. Terwijl ik, thuiswerker, dit schrijf, hoor ik het geluid van de cv-ketel en de wasmachine alleen als ik mijn aandacht erop richt. De rest van de tijd worden ze weggefilterd. Onze hersenstam, helemaal onder in ons brein, is daar continu mee bezig. Dat filteren kost energie en na verloop van tijd raakt het systeem uitgeput. Dan worden we afgeleid, maken we fouten en raken we geïrriteerd.
Gelukkig kan ons brein herstellen van lawaai als we tijdelijk naar een omgeving gaan met alleen natuurlijke geluiden, zoals een strand of bos.
Volgens de attention restoration theory, voor het eerst geformuleerd door de Amerikaanse omgevingspsychologen Stephen en Rachel Kaplan, komt ons filter dan tot rust, waardoor het zijn werk weer kan doen en ons concentratievermogen toeneemt.
De Amerikaanse onderzoeker Gregory Bratman en zijn collega’s toonden in 2015 aan dat een wandeling in de natuur inderdaad leidt tot minder angst en piekeren en ook tot een beter werkgeheugen. Datzelfde komt naar voren in een onderzoek door Psychologie Magazine uit 2020, waarbij 563 mensen een online vragenlijst invulden: zij gaven aan zich na een periode van stilte meer ontspannen te voelen, zich beter te kunnen concentreren, beter te kunnen relativeren en een beter humeur te hebben.
Lekkere en snelle muziek
Wie cognitieve prestaties wil leveren – van tekstbegrip en geheugentaken tot het oplossen van problemen in een IQ-test – blijkt dat ook het best in stilte te kunnen doen. Met rustige, instrumentale muziek presteren we al wat slechter, maar nog erger wordt het met geluiden van een kantoor of klaslokaal op de achtergrond. Dat komt doordat die geluiden onvoorspelbaar en onbeheersbaar zijn. Maar we raken het meest afgeleid en presteren cognitief het slechtst met snelle muziek die we goed kennen, waarvan we houden en waarin wordt gezongen. Zulke muziek zetten we dan ook juist vaak op om onszelf af te leiden, zoals tijdens het sporten.
Hoeveel last we van geluid hebben, verschilt per persoon en is deels aangeboren. Zo’n 20 tot 40 procent van alle mensen is ‘geluidsgevoelig’, en 12 procent is ‘zeer geluidsgevoelig’. Die (zeer) geluidsgevoelige mensen hebben meer aandacht voor geluid, beoordelen het vaker als bedreigend of irritant, reageren er emotioneler op en hebben meer moeite om aan geluid te wennen. Ook blijkt uit experimenten dat geluid funest is voor de cognitieve prestaties van introverte mensen, terwijl extraverten nergens last van hebben. Bij het studeren in de bibliotheek blijken extraverte studenten dan ook vaak te kiezen voor ruimtes met reuring, terwijl introverten de stilteruimtes opzoeken. Hoe dat komt? Extraverten zouden van nature ondergestimuleerd zijn en die prikkels nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Introverten zitten van nature al op het juiste niveau van stimulatie en raken door prikkels uit de omgeving juist overgestimuleerd.
Daarnaast speelt stress een rol. Als je langdurig gestrest bent, is de emmer op een gegeven moment vol en krijg je een kort lontje. Alles kan dan de druppel zijn die de emmer doet overlopen, zoals het geluid van een boor bij de buren. Alle aandacht gaat naar de druppel, maar het probleem zit in de emmer.
Doodstil hoeft ook weer niet
Wanneer we niets doen wat concentratie vraagt en er geen geluiden zijn die ons afleiden, gebeurt er iets geks: in plaats van dat ons brein in een soort stand-bymodus gaat om energie te besparen, wordt een deel juist heel actief. Dat netwerk van hersengebieden, het zogenoemde default mode network, wordt onderdrukt wanneer we aandachtig bezig zijn. Maar in stilte, als onze zintuigen ons even met rust laten, komt het juist tot leven.
Volgens Jonathan Smallwood, hoogleraar psychologie aan de universiteit van York, heeft dat een belangrijke functie. Wanneer het default mode network actief wordt, laten we onze gedachten namelijk de vrije loop en dat maakt ons creatiever. We hebben meer ‘aha-momenten’, vinden vaker een uitweg uit een impasse en worden beter in het oplossen van lastige situaties in ons dagelijks leven.
Als onze geest dwaalt, denken we bovendien vaak aan het verleden en de toekomst en plaatsen we onze ervaringen in context, wat weer helpt om er betekenis aan te geven. En dat maakt ons gelukkiger en gezonder. Een stille omgeving, waar maar kleine activiteiten plaatsvinden, zoals die van fluitende vogels, kan leiden tot stilte in je hoofd. In die toestand komen niet alleen de urgentste gedachten, zoals to-dolijstjes, naar boven, maar ook de belangrijke, diepere gedachten over jezelf en je leven.
Voor al deze voordelen hoeft het zeker niet doodstil te zijn. Sterker nog: complete stilte is doodeng, omdat je dan ook geen signalen krijgt dat je omgeving veilig is. Zelf kampeerde ik ooit ’s winters moederziel alleen midden in de woestijn in Joshua Tree National Park in Californië. Er was geen enkel geluid, niets. Maar opeens hoorde ik toch iets… En weer. En toen opeens een veel harder geluid. Steeds angstiger keek ik om mij heen, tot ik erachter kwam dat ik het knipperen van mijn eigen ogen hoorde en het schuren van mijn nek tegen de kraag van mijn jas wanneer ik mijn hoofd draaide. In de totale stilte werden die geluiden opeens oorverdovend. Het werd een angstige nacht.
Whoesh-tikketik…
Soortgelijke ervaringen zijn bekend van ervaringen op de stilste plekken op aarde: de anechoïsche of ‘dode’ kamers die worden gebruikt voor onderzoek en die elk geluid absorberen. Proefpersonen die er tijd doorbrengen, zeggen dat ze er niet alleen het kloppen van hun hart horen, maar ook hoe het bloed door hun vaten stroomt, hoe hun oogballen bewegen in hun oogkassen en hoe hun gewrichten een schrapend geluid maken tijdens het lopen. In plaats van rustgevend en meditatief vinden ze de ervaring zeer oncomfortabel, verontrustend en beangstigend, alsof ze in een pikdonkere kamer zijn opgesloten. Sommigen willen al na een paar seconden weer naar buiten.
Geen doodse stilte dus, maar wat dan wel? Geluiden die zeggen: het is veilig. Rustige, natuurlijke geluiden, zoals ruisende bomen, fluitende vogels, of een klaterend beekje. Of wat dacht je van een steentjesstrand: steeds een golf (‘whoesh’) gevolgd door miljoenen steentjes die zich herschikken (‘krikketikketikketik’)? Zoek maar eens op YouTube naar ‘waves on pebble beach’. Ook sociale geluiden kunnen geruststellen, zoals tevreden pratende mensen of tinkelend bestek op een zwoele zomeravond. Of misschien vind je het geluid van je partner die een boek leest wel heel prettig: een signaal dat die zich veilig voelt, waardoor jij je zelf ook veiliger voelt.
Hoor je elke zucht van de buren? Hoe ergerlijk vind je gefluister in de bioscoop? Test hoe gevoelig je bent voor geluid.